Op jonge leeftijd was ik veel in de bossen te
vinden, daar leerde ik dat alle organisme met elkaar in balans leven. Bladerresten
werden opgegeten door wormen, wormen werden opgegeten door de bosdieren.
Omdat de dood van een plant of dier altijd tot nieuw leven zou
leiden (insecten) zou er in zekere zin altijd genoeg voedsel zijn.
Tot mijn schrik kwam ik er op latere leeftijd achter dat het er op veel plekken in de wereld heel anders aan toe gaat. Wereldwijd hebben we een tekort aan landbouwgrond. Daarom worden er steeds meer bossen gekapt & oceanen leeggevist (overbevissing). Bovendien slepen we deze dierenvoeding ook nog de hele wereld over.
En dat heeft me aan het denken gezet. Waarom zouden we de natuur kapot maken als de natuur zelf de oplossing in zich heeft..